Product Management 911 — Hallo, ehm … Wie heeft de leiding?
Een scala aan pijnlijke waarheden (en hoe ermee om te gaan)
Beginnersfouten
De functie werd me, net zoals bij veel andere productmanagers die ik ken, aangeboden als iets waaraan niemand zijn vingers wilde branden. Bij gebrek aan andere vrijwilligers. Per ongeluk. En met heel weinig context. Ik was bovendien net 'vers' de tech-wereld ingerold. Ik had dan ook geen idee wat ik moest denken, voelen of doen. En toen ontdekte ik dit artikel van Horowitz: Good Product Manager/Bad Product Manager.
De beruchte CEO-uitspraak, "een goede product manager is de CEO van het product" raakte me onmiddellijk. Ik kan me nog levendig herinneren hoe trots en krachtig ik me plots voelde toen ik dit las ... Ik zou de wereld gaan veranderen!
Ik zou mezelf nu een klap verkopen als ik mezelf op dat moment zou tegenkomen.
Want het duurde niet lang voordat ik begon te worstelen met zaken als empowerment, verantwoordelijkheid, autoriteit en besluitvorming (of het gebrek daaraan). En dit leidde uiteindelijk tot die onafwendbare zwarte dag waarop ik me realiseerde dat productmanagers nergens CEO van zijn.
Ik voelde me heel erg ongelukkig toen ik me dit realiseerde. Bedrogen. Radeloos. Hoe kon ik de wereld veranderen als ik niet bevoegd was om dat ook daadwerkelijk te doen?
Het is wat het is: het is niet eenvoudig en er is geen eenduidig antwoord. Dat is er simpelweg niet. Ik weet nu dat er altijd dagen zijn waarop je het gevoel hebt dat je die grote stapel ellende alleen maar van links naar rechts aan het schuiven bent. Maar er zijn ook lichtpuntjes. Ik heb een overzicht samengesteld van de pijnlijke waarheden over empowerment bij productbeheer die zich voor mijn vermoeide ogen afspeelden. Om de klap enigszins te verzachten, zijn er ook enkele hoopgevende feitjes. Zodat je na het lezen niet in tranen thuiskomt met je ontslagbrief in je handen.
Het 'huis' wint altijd
Je besteedt al je tijd als productmanager aan het werken aan Hele Belangrijke Zaken. Praten met klanten, verkennen en valideren van briljante (of iets minder briljante) nieuwe ideeën, goochelen met cijfers uit analyserapporten, trachten te vertalen wat de ontwikkelaars je vertellen, enzovoort ... Jij bent met al die kennis die jij dagelijks verzamelt de uitgelezen persoon om besluitvormers in het gebouw te adviseren. En mensen weten dat gelukkig ook.
Besluitvormers nodigen je uit aan hun ronde tafel en vragen je naar je gewaardeerde aanbevelingen. Dus je accepteert de uitnodiging en steekt je hele ziel en zaligheid in een inspirerend en overtuigend betoog. Je werkt dag en nacht en nog wat langer door. Totdat het eindelijk zover is en je meesterwerk in de schijnwerpers wordt geschoven. Dit is jouw moment. Je spreekt vol overtuiging. Je loopt over van trots, zelfvertrouwen en visie en je verhaal is ronduit fascinerend.
En als je klaar bent, lijkt het alsof iedereen door je heen kijkt.
Het wordt gênant stil. Er worden enkele ongemakkelijke vragen gesteld en dito antwoorden gegeven en de vergadering wordt voortgezet. Na afloop zijn de C*O, VP Ninja en weet-ik-veel-manager het er allemaal over eens: ze gaan precies het tegenovergestelde doen van wat ik zojuist heb gepresenteerd. Er worden wat highfives en duimpjes uitgewisseld, het was een geweldige meeting! We gaan er tegenaan.
Wat is er in hemelsnaam net gebeurd?
Toen ik voor het eerst werd geconfronteerd met deze waanzin, dacht ik dat het aan mij lag. Ik ben een vrij tengere vrouw. Ik draag ook geen kokerrokken of mantelpakjes. Het is zelfs een keer voorgekomen dat een klant me tijdens een evenement, waar ik de productstrategie zou gaan presenteren, om een kopje koffie vroeg omdat hij dacht dat ik de serveerster was. Dus ik twijfelde uiteraard eerst aan mezelf.
Maar weet je wat? Het lag niet aan mij. En het ligt niet aan jou. Het ligt aan het systeem, sufferd. Het maakt niet uit hoe hard we werken om alle feiten op een rijtje te zetten of hoe goed we ons verdiepen in onze belanghebbenden en dat het bij ons draait om show instead of tell … we hebben er uiteindelijk geen controle meer over. Het 'huis' wint altijd. Er zijn dagen waarop we exact bereiken wat we willen bereiken en op andere dagen moeten we slikken en achteraan aansluiten.
Maak je echter geen zorgen. We kunnen (en daar moeten we ook onophoudelijk naar blijven streven) het systeem van binnenuit veranderen. Blijf gewoon doorlezen.
"Hij weet niets, en denkt dat hij alles weet. Dat wijst duidelijk op een politieke loopbaan."
George B. Shaw sloeg de spijker op de kop met dit citaat. Het duurde even voordat ik het wilde toegeven, maar dit is eigenlijk ook van toepassing op productmanagers.
Een van de definities van productbeheer, zoals beschreven door Martin Eriksson, is “the intersection between the functions business, technology and user experience”. Oftewel het venndiagram dat we allemaal weleens hebben gebruikt om uit te leggen wat we doen.
Dit diagram vertelt je niet dat we allemaal experts zijn in die functies. Het vertelt je dat ze allemaal heel erg belangrijk voor ons zijn. Dat we onszelf omringen met mensen die experts zijn in de dingen waar wij dat niet in zijn. En dat we niet alle details kennen, maar dat we wel het grote geheel zien.
Dus ... Weten wij alles? Als we dat letterlijk nemen dan is dat niet zo. Maar als ik voor mezelf spreek: ik denk graag van wel, omdat ik het grotere geheel begrijp ... Oh, wacht.
En dan het beleid. Oh, dat beleid. Ik heb persoonlijk een bloedhekel aan bedrijfspolitiek. Ik word er gek van. Het is bespottelijk. Overhead en een hoop herrie als je het mij vraagt. Maar geweldig of afschuwelijk, dit is waar de wereld om draait. Ik heb er altijd zoveel mogelijk afstand van proberen te houden, maar het zou mijn loopbaan geen goed doen als ik dat daadwerkelijk zou doen.
We hebben eerder al ontdekt dat productmanagers weinig tot geen zeggenschap hebben. We zijn dan ook van anderen afhankelijk als we willen dat de juiste beslissingen worden genomen. En we hebben geen keuze, we moeten ons in die wereld van kantoorpolitiek wagen. We moeten met iedereen rekening houden en mogen niemand overslaan. Ook niet als we denken dat het incompetente nitwits zijn. We moeten het spel meespelen en samenwerken met mensen in formele én informele organigrammen.
Dit betekent dat — of we dat nou leuk vinden of niet — productmanagers in veel opzichten net politici zijn. Diplomaten. Tactici. Bemiddelaars.
Dat was wel even slikken voor mij. Want laten we wel wezen: niemand is dol op politici. Politieke kwesties (vooral die op kantoor) zijn vermoeiend. Ik kan er niets moois aan ontdekken. Om het leven als politicus wat te vereenvoudigen probeer ik me aan enkele basisregels te houden:
- Voeg de daad bij het woord
- Draag geen pak (wordt alleen maar vies in de loopgraven terwijl jij je waardevolle tijd in burgers steekt)
- Noem collega's, gebruikers of andere waardevolle mensen geen burgers. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje
- Maak het jezelf gemakkelijker en houd vast aan je overtuigingen
- Noem jezelf een influencer. Heeft een millenial tintje, dus waarom niet?
Bewolkt met een kans van 99,9% dat er teveel chef-koks in de keuken staan
Productmanagers hebben verschillende kleuren, smaken, rol- en zelfs functiebeschrijvingen. Maar we hebben ongeacht het etiketje één ding gemeen: we moeten 'onze belanghebbenden managen’. Je kunt hier heel veel geweldige informatie over vinden en over hoe je dit moet aanpakken.
Als jij een productfunctie bekleedt dan is de kans eerlijk gezegd vrij groot dat je aan iets werkt dat erg zichtbaar is. Iets waar iedereen om geeft. Belanghebbenden kunnen je werk maken of breken. Dat zijn de mensen op wie we ons moeten richten, intern. Dus blijf vooral energie steken in het leren samenwerken met je belanghebbenden. Anders wordt het lastig om te slagen als productmanager.
Maar.
Maar. (Het is een nogal GROTE 'maar', dus dat vroeg om herhaling).
Ik lees maar zelden iets over al die andere mensen. De mensen die geen belanghebbende zijn, maar die wel allemaal vinden dat zij ook iets te zeggen hebben. Ik heb het over e-mailconversaties waarin de tint blauw van een knop wordt besproken en waaraan mensen worden toegevoegd en toegevoegd totdat het veld 'aan:' meer tekst bevat dan het bericht zelf. Ik heb het over het verspreiden van obscure productideetjes (die ze zelf hebben bedacht) als feiten en die leiden tot verwarring, chaos en onduidelijkheden. Ik heb het over vergaderingen met 10 mensen terwijl dat er eigenlijk maar 4 zouden zijn ...
Het leek op een gegeven moment of zelfs de kantoorhond een mening had over mijn werk. Een onfris ruikende bijdrage met misschien wel meer relevantie dan sommige e-mails die ik verwijderde. Ik bedoel ontving.
Dit soort zaken zijn vrijwel dagelijkse kost. Echt waar. Maar we moeten ermee leren leven. Als je op mij lijkt dan zijn er dagen dat je erg veel zin hebt om je jas te pakken en te vertrekken, als je klaar bent met al die cr@p. Vergeet niet:
- dit zijn mensen die, hoe irritant ze (meestal) ook zijn, het goed bedoelen.
- Laat jezelf af en toe horen en maak een einde aan eindeloze e-mailconversaties of vergaderingen met overdreven veel deelnemers. We kunnen vanuit onze positie perfect zien of chaos van invloed is op de dagelijkse gang van zaken. Gebruik die positie om een einde aan de chaos te maken. Iedereen zal zich beter voelen, vooral jij.
- Als mensen zich met jouw zaken blijven bemoeien en niet omkijken naar hun eigen taken dan is er wellicht een ander probleem. Pak een kussen, druk je gezicht er in en gooi je frustratie eruit. Ga daarna het gesprek aan om te ontdekken wat het probleem is en hoe je het samen kunt oplossen.
Heeft het bovenstaande niet gebaat? Pak je jas en vertrek. Morgen is er weer een dag.